Home   /   Blog

Je paard belonen: welk snoepje mag je aan je paard geven?

Door: Renske Kwant | Laatste update: 9 december 2024

Je paard belonen is misschien wel het belangrijkste onderdeel van de training. Maar het belangrijkste onderdeel hiervan, is dat je paard het gebaar ook echt als beloning ontvangt.

Op welke manieren kun je het paard belonen?

En hoe zorg je ervoor dat je paard zich ook echt beloond voelt?

Lees hier alles over de verschillende beloningen voor je paard.

Een paard belonen

Je paard belonen is een zeer belangrijk aspect van de omgang met je paard. Niet alleen in de training, maar ook in het gewone, dagelijkse contact dat jullie hebben.

Belonen is een manier waarop je het paard duidelijk maakt dat zijn gedrag ‘goed’ of ‘gewenst’ is, of gewaardeerd wordt door jou.

Het is dus een belangrijk communicatie middel.

Maar hoe beloon je een paard eigenlijk? En hoe zorg je ervoor dat je paard dit ook echt als beloning ervaart?

Hoe beloon je je paard?

Bij het belonen van een paard zien we verschillende versies. Een klopje op de hals, een aai, een snoepje of een vriendelijk woord.

Ook het wegnemen van de druk kan in sommige trainingsvormen als beloning gebruikt worden. Een bekend voorbeeld hiervan is het aandrijven. We geven net zolang druk tot het paard voorwaarts gaat.

Vervolgens stoppen we met het aandrijven, waardoor de druk verdwijnt. Ook dit is een vorm van beloning, waardoor het paard leert.

Maar wist je, dat stoppen met werken ook een sterke beloning kan zijn?

Dit stoppen kan variëren van het (direct) beëindigen van een bepaalde oefening, tot het paard stil te laten staan (rusten) of gewoon vrijheid te geven. En dan echt vrijheid in de zin van: ‘Goed gedaan’, halster af en hup, terug de wei in!

Het gaat er namelijk om dat je paard de beloning ook echt als iets positiefs voor hemzelf ervaart. Dat is hetgeen, waarvoor hij wil werken!

Daarom is het belangrijk om te achterhalen welke beloning het beste werkt voor jouw paard. Oftewel, welke motivatie heeft hij om te werken of het juiste gedrag te vertonen?

Paard belonen tijdens het rijden

Tijdens het rijden gebruiken we vaak drie verschillende beloningen: rust, een stemgeluid of een aanraking. Dit heeft vaak de voorkeur op een voedselbeloning. Het paard kan eten namelijk minder goed wegwerken met een bit in zijn mond.

Ook kan het paard zich hierdoor verslikken, als je nog bezig bent met de training.

Rust betekent, dat je de oefening stopt waar je mee bezig bent. Vaak houdt dit ook in dat je een lager tempo aanhoudt en misschien zelfs vrije teugel geeft. Zo kan je paard even lekker strekken en op adem komen.

Ook belonen met de stem is vaak handig. Hierbij is het volume van je stem (zacht), de intonatie (vriendelijk, prijzend) en de toon (ontspannen, rustig) erg belangrijk.

Ook kun je het paard fysiek belonen door een aanraking. Dit wordt vaak op de hals of schouder gedaan. Een (plotselinge) aanraking op de achterhand of de gevoelige flank kan het paard namelijk doen schrikken.

Zeker als hij gefocust is!

Daarom zien we vaak een aai over de nek of een schouderklopje als beloning. Maar vindt je paard dit eigenlijk wel fijn?

Het halsklopje: wel of niet doen?

Een halskopje is één van de meest bekende beloningen voor het paard. Toch bestaat hier de laatste jaren veel discussie over.

Ze ziet namelijk wel, dat ruiters hun paard flinke kloppen op de nek geven als beloning. Uitbundig wordt er gezegd:  “Goed gedaan vriend! Ik ben blij met je!”

Maar ons paard is aan de oppervlakte eigenlijk een heel gevoelig dier. Denk maar aan de spiertrillingen om een vlieg te verjagen. Waar deze kleine vlieg ook zit, het paard voelt het!

Hierdoor wenden sommige mensen aan dat een (flinke) klop wat teveel van het goedbedoelde kan zijn. Wellicht is het voor het paard wel helemaal niet fijn om zo’n beloning te ontvangen.

Vaak gaat het met zo’n type beloning om het principe. Het klopje voelt wellicht niet heel fijn aan. Maar het paard leert mettertijd wel, dat op dit klopje weer een secundaire, tweede beloning volgt.

Vaak in de vorm van rust, een knuffel of wat lekkers.

Daarom is het altijd belangrijk om de reactie van je paard in de gaten te houden. Kijk hiervoor specifiek naar stress gedragingen (bv. onrust, slaan met de staart of een gespannen hoofdhouding) of juist ontspanningssignalen (zuchten, kauwen, hoofd laten zakken).

Paard belonen met voedsel

Je paard een lekker brokje geven na het longeren of poetsen. Wie kent het niet!

Veel paardenliefhebbers zijn opgegroeid met deze manier van belonen.

Onze dieren zijn hier dan ook bijna altijd voor te porren. Niet alleen paarden willen wel het gewenste gedrag vertonen voor iets lekkers. Denk ook aan huisdieren zoals ezels, honden, katten (jazeker) en zelfs konijnen!

Deze voedselgerichtheid kan enorm helpen in de omgang en training. Het is een fijne manier om tegen je maatje te zeggen: “Goed gedaan!” of “Inderdaad, dat wilde ik zien”.

Vraag een gemiddelde Nederlander waar je een paard mee hoort te belonen. Wat hoor je dan, negen van de tien keer?

Een suikerklontje!

Tegenwoordig weten we echter dat suiker niet zo geweldig is voor het gebit en de stofwisseling van ons paard. Maar, wat zijn dan wel verantwoorde hapjes?

Verantwoorde snoepjes voor je paard

Je paard belonen met wat lekkers wordt vaak met enthousiasme in ontvangst genomen. Paarden lusten best veel verschillende dingen, vooral als het zoet is.

Maar niet alles wat lekker is, pakt verantwoord uit voor je viervoeter.

Daarom geven we je hier een lijstje van verantwoorde beloning snacks voor je paard:

  • Aardbeien
  • Appel
  • Bleekselderij
  • Brokjes met munt of rozebottel
  • Druif
  • Grasbrokje
  • Handje van zijn eigen krachtvoer
  • Handje muesli
  • Hooibrokje
  • Meloen
  • Paardensnoepje met kruiden
  • Paardensnoepje met appel- wortel of bananensmaak
  • Pastinaak
  • Rapen
  • Ruwvoerbrokje
  • Wortel

Let in ieder geval altijd op het suikergehalte van je beloningen. Te veel suikers is nooit goed voor je dier. Ook kunnen granen en zetmeel, of toegevoegde geur-, kleur- en smaakstoffen voor problemen zorgen.

Heeft je paard een medische aandoening? Vraag dan altijd even na bij je dierenarts wat je wel en niet mag voeren.