Paardendekens: wanneer moet mijn paard een deken op?

Paardendekens kunnen een heel mysterie zijn.

Welke deken moet wanneer op?

En welke maat heeft je paard eigenlijk?

Niet ieder paard hoeft dekens te hebben. Maar hoe weet je zoiets eigenlijk?

En waarom moeten sommige paarden een deken in de zomer?

In dit artikel duiken we in het vraagstuk rond paardendekens!

Paardendekens: Moet mijn paard een deken op?

Paardendekens beschermen onze paarden tegen de kou en nattigheid. Maar paarden hebben een prima lichaamsmechanisme om zich warm te houden. Waarom roepen wij als eigenaren dan toch de hulp van dekens in?

Wanneer het kouder wordt en het aantal lichturen per dag afneemt, ontwikkelen de meeste paarden een wintervacht. De dichte onderlaag creëert een isolerend luchtlaagje om het lichaam heen, terwijl de lange dekharen de ondervacht beschermen tegen nattigheid en wind.

Toch is deze wintervacht geen garantie dat ons paard het warm genoeg heeft. Dit heeft namelijk met de volgende factoren te maken:

• Temperatuur
• Stalling
• Ras
• Isolatie
• Lichaamsconditie

Is het koud genoeg voor paardendekens? En staat je paard eigenlijk binnen of buiten? Paarden die ’s winters veel binnen staan, zullen een minder dikke vacht opbouwen dan buitenpaarden.

Met deze vachtopbouw komt ook het ras van je paard om de hoek kijken. Paardenrassen uit warmere klimaten hebben meer moeite met kou dan de koudbloeden uit killere streken.

Staat je paard binnen? Dan is de isolatie en winddichtheid van de accommodatie van belang. En staat je paard alleen, of tussen de warmte van soortgenoten?

Wat ook essentieel is voor de eventuele toewijzing van paardendekens, is de lichaamsconditie van je paard. Is je paard slank, of goed gevuld? En hoe is zijn gezondheid? Ook paarden op leeftijd hebben soms moeite zichzelf warm te houden.

Afmetingen opmeten voor paardendeken

Je hebt besloten dat je paard wellicht een deken nodig heeft. Helaas kun je niet zomaar een deken kopen en deze over je paard gooien. Een goed passende deken is namelijk essentieel: voor ultieme isolatie én tegen nare schuurplekken.

Past de deken van je paard niet goed, dan kan hij schuurplekken krijgen. Vaak ontstaan deze rond het schouderblad en bij de schoft, waar de voorkant van de deken aan “hangt”. Wanneer de deken niet goed aansluit op het lichaam, kan deze gevaarlijk gaan schuiven of kou doorlaten.

Maar hoe kom je achter de dekenmaat van je paard: de een is de ander niet!

Om te beginnen kijk je naar de ruglengte. De ruglengte meet je vanaf de punt van de schoft tot het einde van de achterhand. Let op: onder de staartwortel is de achterhand vaak iets langer dan boven. Vergeet dit stuk niet mee te meten.

Vervolgens meet je de zogenaamde onderlengte van je paard. Dit meet je van de borst, langs de buik en benen toe naar de achterhand (onder de staartwortel). Dat voorkomt dat de deken toch te kort wordt.

Ook de schofthoogte van je paard is belangrijk: de deken moet tot onder de buikrand vallen om genoeg isolatie te bieden. Houd bij het passen van de deken ook altijd de borstbreedte in de gaten: zit hij niet te strak?

Paardendekens: Welke deken moet mijn paard op?

Tegenwoordig bestaat er een legio aan paardendekens op de markt. De belangrijkste punten voor een goede deken zijn de stof waarvan het gemaakt is en de voering. De voering wordt vaak uitgedrukt in gram: zoveel weegt de inhoud van de deken op het paard, wat voor een isolatielaag(je) zorgt.

Welke warmte dekens bestaan er en wanneer gebruik je deze?

Lichte deken

Bij het kiezen van een deken, kijk je altijd eerst naar de buitentemperatuur. Afhankelijk van de isolerende waarde van de vacht, de wind en eventuele neerslag kies je vervolgens de passende bescherming.

Is het buiten tussen de 10 en 15 graden Celsius? Dan volstaat een lichte, 0 tot 100 grams deken of een regendeken.

Warme deken

Wanneer het kwik daalt tussen de 0 en 10 graden, is het raadzaam je paard een dikkere, warmere deken op te doen. Vaak kiest men dan voor de 200 à 300 grams dekens.

Vriesdeken

Wanneer de vrieskou toeslaat, kan alleen een zwaargewicht deken volstaan. Vaak is dit de 300 of 400 grams deken. Staat je paard in een goed geïsoleerde stal, dan is dit zelden nodig.

Paardendekens: Welke overige dekens beschermen mijn paard?

Boven de 15 graden Celsius, kan het paard zich voldoende warm houden en wordt een deken vaak zelfs te warm. Toch bestaan hier uitzonderingen op.

Welke overige paardendekens bestaan er eigenlijk, en wanneer kun je deze gebruiken?

Vliegendeken

Allereerst is daar de vliegendeken. Vaak is dit het enige type deken dat je boven de 15C° voor je paard gebruikt. Een vliegendeken lijkt misschien zielig, maar kan een verademing zijn voor paarden met zomereczeem of insecten-plagerij.

Vliegendekens bestaan in ‘gewone’ uitvoering (van de schoft tot staartaanzet), maar ook met verlengstukken voor de nek en staart. Belangrijk is dat ze van goed ademende, warmte afstotende stof zijn. Ook moet de deken tegen een krabpartijtje kunnen, wanneer het paard toch jeuk gekregen heeft.

Regendeken

Een regendeken beschermt je paard tegen, je raadt het al, de regen. Naast lang aanhoudende, heftige regen heeft je paard bij onstuimig weer ook bescherming nodig tegen de bijkomende wind.

Daarom is het belangrijk dat een regendeken water- en winddicht is. De meeste dekens zijn dan ook gemaakt van dicht polyester. Zakt het kwik tussen de 10 en 15 graden? Dan kan je bij onstuimig weer ook een regendeken gebruiken.

Zweetdeken

Je paard kan gaan zweten bij arbeid of bij plotseling warm weer, terwijl hij nog een dekentje om had. Het is dan belangrijk hem goed op te laten drogen. De natte vacht isoleert namelijk slecht en door verdamping van het vocht kan je paard het koud krijgen.

Een zweetdeken helpt je paard op te drogen, zonder dat hij teveel afkoelt. Het houdt je paard warm, terwijl het vocht opgenomen en verdampt wordt via de bovenlaag. Daarom zijn deze dekens vaak van warm, maar ademende fleece stof gemaakt.